Na Tokyo was de cultuurhoofdstad van Japan, Kyoto, aan de beurt. De verplaatsing deden we met de hogesnelheidstrein of shinkansen. Het was voor mama en Ronny de eerste keer en dus wel spannend, maar Ronny was niet zo onder de indruk. Hij had verwacht dat de treinen toch wat sneller zouden rijden.
De eerste dag besloten we het rustig aan te doen omdat we toch wel een beetje vermoeid waren van de dagen ervoor. We verbleven in het Palace Side Hotel, vlak over het oud keizerlijke paleis. We kwamen er aan rond 4 uur en besloten om niets meer te doen buiten een plekje te zoeken in de buurt om gezellig te dineren. Ik haalde zoals gewoonlijk mijn Rough Guide boven en er was maar één betaalbare aanrader in de buurt.
We verschoten wel even wanneer we op onze bestemming aangekomen waren want de plek was één grote rommelhoop. Overal lagen er fotoboeken: op de tafels, op de grond, op stoelen. Aan de muren hingen er ook ontelbare ingekaderde foto’s. Het leek er niet zo hygiënisch te zijn, maar ik overtuigde mama en Ronny met de argumenten uit mijn gids. Het eten was lekker en goedkoop, maar mama was er zeker van dat moest de voedselinspectie hier een bezoekje brengen het zeker afgekeurd zou worden. Tijdens het eten sprak de kok mij aan en zo kwam ik te weten dat alle fotoboeken die er lagen allemaal op zijn naam stonden.
Hij trok al meer dan 30 jaar foto’s van Kyoto en enkel in het zwart-wit. Ik was eigenlijk wel onder de indruk en uiteindelijk kocht ik één van zijn fotoboeken, liet het signeren en nam een foto met de kok-fotograaf (die trouwens ook een van onze professoren hier aan de universiteit bleek te kennen). Ik was er heel enthousiast om en vond de avond meer dan geslaagd. Ronny was ook wel onder de indruk van de fotografische talenten van de kok en werd gemotiveerd om ook betere foto’s te trekken.
Het was een heel gelukkig weerzien. Eerst namen we de tijd om iets te drinken en al wat bij te praten waarna we dan de bagage gingen afzetten in ons hotel. Daar stonden we voor de eerste verrassing want er was een fout gebeurd bij de reservatie. Ze hadden maar voor één nacht een kamer vrijgehouden terwijl we voor 4 nachten gereserveerd hadden, maar dankzij Ronny die voor een bewijs van onze reservatie had gezorgd heeft het personeel het toch kunnen en moeten oplossen.
Na ons gesetteld te hebben in “Kimi Ryokan” gingen we op verkenning in de omgeving, namelijk Ikebukuro. In Ikebukuro is er niet zoveel te zien buiten enkele reusachtige department stores in de stationsbuurt en de Toyota Showroom. In de showroom staan niet enkel de indrukwekkende nieuwe hybride modellen ten toon, maar ook oudere modellen. In totaal waren er 5 verdiepen vol auto’s, maar het leukste om te zien waren de Japanse meisjes die synchroon de auto’s ‘kuisen’ met plumeaus. Op foto komt het niet echt over, maar in't echt was het hi-la-risch!
Nikko
De volgende dag moesten we al vroeg uit de veren voor onze daguitstap naar Nikko, zo’n 130 km ten noordoosten van Tokyo. Zowel het complex van tempels en schrijnen als het natuurpark een beetje verder zijn opgenomen in de werelderfgoedlijst van Unesco. Het Toshogu-schrijn is één van de meest bezochte monumenten in Japan. Het schrijn werd gebouwd ter nagedachtenis van Tokugawa Ieyasu, de oprichter van het Tokugawa shogunaat. Het mausoleum werd uitbundig versierd met goud en kunstige details zoals de vele houtsnijwerken van bloemen en dieren. Ik vind dat Toshogu eerder een Chinese dan een Japanse indruk geeft.
Na Toshogu zijn we een aangename wandeling gaan maken langs de Daiya rivier waar een reeks van boeddhistische beeldjes te vinden is. Het was heel erg koud die dag (rond het vriespunt denk ik) waardoor we heel erg blij waren wanneer we ons in een klein Japans restaurantje konden verwarmen. Het was wel een heel erg speciale plaats waar we niet zouden binnengaan zijn moest mijn reisgids het niet aangeraden hebben. Aan de muren hingen naamkaartjes en herinneringen van bezoekers van tientallen jaren geleden tot nu; zeer speciaal.Kawaguchiko
Kawaguchi is één van de 5 Fuji-meren van waar je normaal gezien een zeer goed beeld hebt op het Japanse symbool. Wij hadden echter pech want net die dag was het bewolkt en was enkel de helling van de berg te zien.
We waren maar een klein beetje teleurgesteld want het hotel dat we gereserveerd hadden voldeed zeker aan onze verwachtingen. We hadden een grote Japanse kamer met (normaal gezien) een goed zicht op Mount Fuji en het meer. ’s avonds kregen we, na een wandeling gemaakt te hebben naar de top van de vlakbij gelegen berg Tengu, een belonende 10 gangen-menu van allemaal Japanse specialiteiten. Het was voor mama en Ronny een ideale gelegenheid om kennis te maken met de Japanse keuken. Na onze heerlijke maaltijd maakten we dan nog gebruik van de jacuzzi op het dak van het hotel met uitzicht op het verlichte meer en daarna van de onsen, een bad met heet water van een nabijgelegen warmwaterbron. Het was voor mama de eerste keer en dus wel aanpassen aan de Japanse gewoonte.
De volgende morgen konden we weer genieten van een heerlijke maaltijd, deze keer een uitgebreid ontbijt op zijn Japans: vis, ei, zeewier, zelfs een stoofpotje enz… Daarna stopten we nog even bij het Kubota Itchiku Art Museum toegewijd aan Kubota Itchiku die al eerste een traditionele methode van t
extielbewerking toepaste op kimono’s. Zowel zijn werk als het artistieke gebouw waren prachtig.
Ginza
Weer aangekomen in de metropool van Tokyo zijn we een wandeling gaan maken in Ginza, waar je de grootste concentratie van exclusieve winkels, art galleries en restaurants in Tokyo kan vinden. Op onze wandeling stopten we ook in de Sony Showroom waar je de laatste gadgets kan vinden en zaken kan aanschouwen die in Belgie waarschijnlijk pas binnen lange tijd op de markt zullen komen. Spijtig genoeg waren er geen robots te zien. Na onze wandeling zijn we toevallig in één van de meest populaire restaurants beland van de stad, namelijk een Koreaans restaurant waarvan ik de naam vergeten ben. We moesten buiten aanschuiven maar hadden na een 10 minuten wachten een plaatsje in dit blijkbaar exclusieve restaurant.
De avond was nog jong en dus besloten we in het trendy Roppongi Hills naar de city sky view vanwaar je een 360 graden uitzicht hebt op de stad. Het was heel indrukwekkend, maar er was heel veel volk en ook wel wat prijselijk. Daarna was het hoog bedtijd.
Ueno
Ueno park is een plaats waar veel gezinnen, koppeltjes, eenzaten een dagje komen vertoeven. Om naar muziek te luisteren, de duiven te eten te geven, een tempel, de zoo of een van de vele musea te bezoeken of om gewoon rustig rond te wandelen. Ik vond het een beetje vergelijkbaar met Central Park in New York al vond ik de tuin daarvan veel mooier aangelegd. Maar de sfeer was wel aanwezig want de dag dat wij het park bezochten was de dag waarop men had voorspeld dat de kersenbloesems zouden beginnen te bloeien. Al was dat niet het geval, waren er wel veel mensen die hoopten aan hanami te kunnen doen (lett. bloemen bekijken).
In het park bezochten we eerst, volgens mijn gids het enige museum dat je zeker niet mag missen in Tokyo, het Tokyo National Museum. Het was zeker niet slecht, maar ik vond niet dat je een goed algemeen beeld kreeg van de Japanse kunst. Er werden hier en daar wat uitgebreidere thema’s geselecteerd zoals kabuki-kostuums en kalligrafie, maar ik denk niet dat ik echt iets zou onthouden hebben moest ik er al niet eerder over gestudeerd hebben. Ik heb het wel over de hoofdtentoonstelling, want om alle andere bijgebouwen te bezoeken hadden we geen tijd. Wel was er ook een tijdelijke tentoonstelling over de Maori van Nieuw-Zeeland die zeer interessant was en ik ontdekte enkele gelijkenissen met de Ainu uit Japan.
Na nog wat rondgelopen te hebben in de rest van het park, en iets van de vele kraampjes hadden gegeten aan de vijvers in het park was het tijd voor onze volgende halte op onze planning: Asakusa en zijn Senso-ji.
Asakusa is het meest gekend om de tempel die er in het centrum van staat, de senso-ji. Het hoofdstraatje dat naar deze nog steeds drukbezochte tempel leidt is een straatje vol kraampjes waar je alles kan kopen van japanse geta en samuraipruiken tot vers gebakken koekjes en zeewier. Vooral deze dag was er veel volk omdat er blijkbaar een festivalletje aan de gang was bij de tempel. Ik weet niet wat er juist te doen was, maar we hebben nog net een glimps kunnen opvangen van een draak. Het weer was ons ook goedgezind en dat maakte de sfeer er nog aangenamer op. Een grappige herinnering is dat rond deze tijd van het jaar de kerselaers normaal gezien al in bloei moesten zijn en dat ze er niet beter op hadden gevonden om valse bloemetjes één voor één vast te knopen aan de takken van de bomen!! Wat een ongelooflijk prutswerk, maar we hadden het toch eerst niet opgemerkt!
’s Avonds zijn we sushi gaan eten in een restaurant waar de sushi om je heen draait. Er komen verschillende soorten bordjes met allemaal hun eigen prijscategorie rond en je neemt de bordjes met de sushi die er lekker uitzien. Wanneer je gedaan hebt tellen ze de bordjes met hun eigen prijzen op en voila! Mama vond het heel erg leuk, lekker en goed van prijs dus dat hebben we later dan nog eens opnieuw gedaan.
Dit waren onze laatste gezamenlijke uurtjes in Tokyo. Eigenlijk stonden ook nog de keizerlijke paleistuinen op de planning maar we hadden niet meer zoveel tijd voor we onze shinkansen naar Kyoto namen dus besloten we naar de Tokyo Central Wholesale Market te gaan, de grootste en meest bruisende vismarkt van Tokyo.
Om echt te kunnen ervaren hoe het eraan toe gaat op een vismarkt en van de meest verse vis te kunnen genieten (als ontbijt) wordt aangeraden om om 5 uur ’s morgens ter plaatse te zijn. Wij waren er rond 9 uur en persoonlijk vond ik er niet zoveel aan te zien buiten wat dode dieren. Ik ben er zeker van dat als je dol bent op rauwe vis dat je hier wel aan je trekken komt, maar als toeristische attractie vond ik het maar flauwtjes.
Daarna hebben we ons gehaast naar Tokyo station en de rest is voor deel 2 in de Japan avonturen van Diane, Ronny en Judith.